Geschiedenis

Voor de oprichting in 1933 van de voetbalvereniging die later de naam RKDFC zou krijgen, werd er in Merkelbeek en Douvergenhout al eerder in verenigingsverband gevoetbald.

Zo ver valt na te gaan, werd er in de jaren 1922 t/m 1925 door Juliana Merkelbeek aan de door de RKLVB georganiseerde competitie deelgenomen. Het terrein lag toen nabij het vroegere Carmelietenklooster. De vereniging kwam al in die jaren met 1 elftal in de competitie uit en wel in de 2e klasse. De resultaten waren niet opzienbarend en voor de competitie van 1925/1926 verdwijnt de club om onbekende reden.

In 1927 werd de vereniging GMS (Genhout Merkelbeek Sport) opgericht. In de volksmond werd deze ook wel anders genoemd namelijk: Geen Moeite Sparen of Groot Moeders Soontjes.
Het terrein was gevestigd op de hoek Amstenraderweg - Windmolenweg. 
De verenigingskleuren waren rood - wit.

Op 13 september werd deze club door secretaris R.J. Ottema met een elftal bij de bond aangemeld. De ingediende ledenlijst vertoonde opvallend veel leden uit Treebeek. Enkele namen van personen die later ook weer opduiken zijn Nol Vromen, Frans Bormans, Jos Deumens en Jozef Linssen. De eerste wedstrijd werd gespeeld op 2 oktober 1927.

Op 25 september 1928 werd de vereniging door de bond geroyeerd wegens een schuld aan de bond van 42 gulden. Inmiddels was er in augustus van datzelfde jaar DSV (Douvergenhoutse Sport Vereniging) aangemeld. De clubkleuren waren geel zwart en de secretaris was Jozef Linssen. De competitie werd door DSV niet uitgespeeld.

Georganiseerd voetbal bleek daarna in Merkelbeek en Douvergenhout niet meer mogelijk tot 1933.

Op een zondag in de vasten, eind februari 1933, was een zestal jongelui uit Douvergenhout op weg naar het Lof. Ter hoogte van het huis van de in de volksmond als Ping van de Jut bekende mevrouw Jetten kwamen deze zes (Jos Senden, Eugene Knooren, Charel Wijshoff, Leo Douven, Jos Feyts en Leo Hendrix) tot een overeenkomst. Er zouden nu eindelijk serieuze stappen gedaan worden om tot de oprichting van een voetbalclub te komen. Men zou zorgen voor spelers, materiaal en een terrein. Jos Senden werd ermee belast om spelers te benaderen en hen te laten tekenen. Na 9 weken was hij zover dat de oprichtingsvergadering gehouden kon worden en wel op zondag 30 april 1933 in café Piet Offermans. Als naam van de vereniging werd RKVV Excelsior aangenomen. Pater Angelus werd als geestelijk adviseur aangenomen. Aan de lopende competitie kon uiteraard niet neer deelgenomen worden. Het bestuur zat tot de definitieve aanmelding op 22 augustus 1933 echter niet stil. Zo werd er op kermismaandag in samenwerking met enkele liefhebbers van echte dorpsfeesten een bijzondere veteranenmatch georganiseerd. Met muziek van de Fanfare St Joseph werden de veteranen naar het inmiddels uitgezette terrein aan de Haagweg nabij de Oirsbeker Molen, in de volksmond bekend als "In de Latsmar", begeleid. Het ene veteranenteam heette "de Elf Swaormeuge" en het andere "de Elf Moelvechtesj". De aftrap werd verricht door pater Angelus. De wedstrijd werd geleid door de heer Zaad, die op zijn achterhoofd een mombakkes droeg, zodat de spelers maar niet in de gaten zouden krijgen welke kant hij opkeek. De wedstrijd eindigde in een gelijk spel. Er was niet te klagen over gebrek aan belangstelling, moge wel blijken uit het feit dat er zo'n 300 betalende toeschouwers aanwezig waren. Met deze ruggesteun durfde het bestuur het aan om op zondag 13 augustus 1933 ter voorbereiding op de competitie een groot toernooi met als ereprijs elf paar voetbalschoenen of een stel doelnetten, te organiseren.

Na enige tijd werd besloten om de Voetbalvereniging Excelsior te wijzigen in RKDFC:

ROOMS KATHOLIEKE DOUVERGENHOUTSE FOOTBALCLUB.